1. MWB
  2. Vertalen
  3. bunch (EN>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • bunch > DE • bunch > ES • bunch > FR
Vertalingen bunch EN>NL
a number of things fastened or growing together: “a bunch of bananas.”
bos, tros
(often withuportogether) to come or put together in bunches, groups etc: “Traffic often bunches on a motorway.”
samendrommen
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to bunch bundelen (ww.)
the bunchde kluit (m) ; de tros (m) ; de troep (m) ; de schoof ; de schare ; de samenscholing (v) ; de rits ; de partij (v) ; de massa ; de bundel (m) ; het bosje ; de bos (m) ; de berg (m) ; de bepaalde hoeveelheid (v)
bunch bosje ; wis ; wikkel ; handvol ; druiventros
Bronnen: Vlietstra; interglot; KNNV Botanical glossary; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `bunch`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: bundle
EN: cluster
EN: garland
EN: mass
EN: posy
EN: set
EN: spray
EN: thicket
EN: tuft